header image

Arm en handbescherming

< Terug naar overzicht
jagatex
jagatex
jagatex
jagatex
jagatex
jagatex

Armen en handen zijn binnen het arbeidsproces belangrijke, onmisbare werktuigen waar we bijzonder zuinig op moeten zijn. Het percentage bedrijfsongevallen waarbij armen en/of handen betrokken zijn bedraagt meer dan 50%. Vaak kunnen deze verwondingen worden voorkomen door risico’s weg te nemen, te beperken of door de inzet en het juiste gebruik van handschoenen.

Wetgeving en normen
Elke handschoen die getest is moet gecertificeerd zijn volgens de PBM-Richtlijn 89/686/EEG. Handschoenen kunnen aan diverse van de hieronder vermelde normen voldoen. De regelgeving van de handschoenen begint met de Europese Norm EN 420, waarin de algemene eisen en beproevingsmethoden staan beschreven.

EN 420 – Algemene vereisten voor handschoenen
Deze norm omvat de algemene vereisten voor handschoenen waaraan deze moeten voldoen. De norm geeft de basis vereisten voor een handschoen aan, zoals markering, maatvoering, samenstelling, ergonomie en gebruikersinformatie.
Volgens de PBM-Richtlijn 89/686/EEG worden PBM’s, waaronder dus ook handschoenen, opgedeeld in drie categorieën volgens de risico’s waartegen ze moeten beschermen.
EN 388 – Bescherming tegen mechanische risico’s
Deze norm is van toepassing op alle types van handschoenen die bescherming bieden tegen mechanische gevaren als gevolg van schuren, snijden, scheuren en perforeren.
De bescherming tegen mechanische gevaren wordt aangeduid door een pictogram gevolgd door vier cijfers (prestatieniveaus) waarbij elk cijfer overeenstemt met de testresultaten voor een specifiek risico.
Het pictogram ‘mechanische risico’s’ gaat dus samen met een code van 4 cijfers:
a. Schuurweerstand: gebaseerd op het aantal cycli dat nodig is om door het handschoenstaal te schuren.
b. Snijweerstand: gebaseerd op het aantal cycli dat nodig is om bij een constante snelheid door het handschoenstaal te snijden.
c. Scheurweerstand: gebaseerd op de kracht die nodig is om het handschoenstaal te scheuren.
d. Perforatieweerstand: gebaseerd op de kracht die nodig is om het handschoenstaal met een punt van standaardafmetingen te doorboren.
EN 374 – Bescherming tegen chemicaliën en micro-organismen
Deze norm specificeert het vermogen van de handschoenen om de gebruiker tegen chemicaliën en/of micro-organismen te beschermen.
EN 407 – Bescherming tegen thermische risico’s
Deze norm definieert de thermische eigenschappen van handschoenen voor bescherming tegen hitte en/of vuur. Tegelijk is voor beschermende handschoenen tegen thermische gevaren minstens niveau 1 van schuur- en scheurweerstand volgens EN 388 voorgeschreven.
De aard en mate van bescherming worden aangegeven door een pictogram, gevolgd door een reeks prestatieniveaus die naar specifieke beschermende eigenschappen verwijzen.
EN 12477 – Bescherming tegen het manueel lassen van metalen
Deze norm is van toepassing op beschermende handschoenen voor het manueel lassen en snijden van metalen en voor aanverwante processen. Handschoenen van type B worden aanbevolen als een grote beweeglijkheid vereist is, bijvoorbeeld TIG-lassen, terwijl handschoenen van Type A aanbevolen worden voor andere lasprocessen, waarbij meer hitte vrijkomt.
EN 511 – Bescherming tegen koude
Deze norm geldt voor handschoenen die handen tegen geleidings- en contactkoude beschermen.
De bescherming tegen koude wordt aangeduid door een pictogram gevolgd door een reeks van drie prestatieniveaus die naar specifieke beschermende eigenschappen verwijzen.